Hoger Onderwijs Referentie Architectuur

Horae.jpg

Dit is een demonstratieomgeving voor de Hoger Onderwijs Referentie-Architectuur (HORA) zoals deze wordt ontwikkeld in het kader van het programma Regie in de Cloud. Deze referentie-architectuur is een generieke architectuur die door instellingen gebruikt kan worden als spiegel voor de eigen informatiehuishouding. Daarmee draagt de referentie-architectuur ook bij aan versnelling en kwaliteitsverhoging van architecturen van instellingen. De architectuur bestaat uit twee delen: een generiek deel en een specifiek deel.

Het generieke deel is een algemene beschrijving en visualisatie van de bedrijfsfuncties, informatie en applicaties van instellingen en hun samenhang. Het creëert een gemeenschappelijke taal waardoor beter kan worden gecommuniceerd over de gewenste inrichting van de informatievoorziening. Het biedt ook een instrument waarmee inzicht kan worden gegeven in de impact van specifieke veranderingen op de informatievoorziening. Dit is dan ook waar het in het tweede deel van de referentie-architectuur voor wordt gebruikt: om de impact van de gemeenschappelijke doelstellingen in de I-strategie inzichtelijk te maken. Er wordt dieper ingegaan op die delen van de informatievoorziening die verandering vragen. Instellingen kunnen deze modellen naast de inrichting van hun eigen informatievoorziening leggen on daarmee de prioriteiten in hun eigen informatieplanning te bepalen.

Algemeen

  • Ontwikkelingen - Dit zijn de algemene, onderwijs- en onderzoeksspecifieke en IT-ontwikkelingen die een impact zullen hebben op instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek de komende jaren.

Referentie-architectuur

  • Principes voor informatievoorziening - Zijn richtinggevende uitspraken die aangeven hoe processen en informatievoorziening zouden moeten worden ingericht.
  • Business model - Beschrijft de waardeproposities van een onderwijsinstelling, hoe zij daar geld mee verdient en wat zij daarvoor moet inrichten.
  • Bedrijfsfunctiemodel - Beschrijft de activiteiten die instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek uitvoeren, onafhankelijk van hoe ze zijn ingericht.
  • Informatiemodel - Beschrijft de gegevens die instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek beheren, onafhankelijk van de wijze waarop ze zijn opgeslagen.
  • Bedrijfsprocesmodel - Beschrijft de triggers en volgordelijkheid van activiteiten die instellingen voor hoger onderzoek uitvoeren.
  • Applicatiecomponentmodel - Beschrijft de geautomatiseerde informatiesystemen die instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek gebruiken.
  • Applicatieplatformmodel - Dit is de generieke software die gebruikt wordt door applicaties.