Applicatieplatformmodel
Het applicatieplatformmodel beschrijft de generieke software die gebruikt wordt voor applicaties en is daarmee onderdeel van de infrastructuur. Het verschil met de applicaties zoals beschreven in het applicatiemodel is dat de functionaliteit van onderdelen in het applicatieplatform (ook wel: “nodes”) vooral functionaliteit bieden die eindgebruikers niet direct zien. Beheerders zijn wel degelijk gebruikers zijn van deze software; ze moeten immers wel geconfigureerd en bewaakt worden. Delen van de functionaliteiten kunnen ook toegankelijk zijn voor eindgebruikers. Zo zullen bijvoorbeeld managers toegang hebben tot functionaliteit van het identity management systeem om goedkeuring te geven voor het toekennen van autorisaties aan specifieke medewerkers. Het model lijkt op het applicatiemodel in de zin dat het ook logische groeperingen van functionaliteit beschrijft, waarbij de omvang vooral wordt bepaald door wat er typisch als product verkrijgbaar is in de markt. Het is vooral een streefmodel omdat instellingen niet al deze onderdelen zelf hebben of nodig hebben. Alleen de belangrijkste en gewenste onderdelen zijn benoemd.
De toepassing van het model is vergelijkbaar met dat van het applicatiemodel. Het kan gebruikt worden als meetlat voor de eigen IT-omgeving om mogelijke verbeterpunten te identificeren. In tegenstelling tot het applicatiemodel is er geen directe relatie met het informatiemodel.
Deze figuur is ook beschikbaar in PDF.